Hoe werkt de 30%-regeling bij parttime werken of bij ouderschaps-/zwangerschapsverlof?

Illustratie waarbij iemand uitleg krijgt over de regels bij verlof en parttime werken op de 30%-regeling.

Werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling profiteren van een belastingvoordeel, maar wat gebeurt er als het salaris daalt door parttime werken of verlof? Heeft dat invloed op de regeling?

Parttime werken

Als een werknemer minder uren gaat werken, betekent dit niet automatisch dat de salariseis evenredig omlaag gaat. De Belastingdienst hanteert een vaste salarisgrens, ongeacht het aantal gewerkte uren. Dit betekent dat iemand die parttime gaat werken en daardoor onder de salariseis uitkomt, de 30%-regeling kan verliezen. Het is daarom belangrijk vooraf te berekenen of het belastbare loon na de vermindering nog voldoet aan de voorwaarden.

Uitzondering voor verlof

Bij bepaalde typen verlof blijft het recht op de 30%-regeling behouden, zelfs als het salaris tijdelijk onder de salarisgrens daalt. Dit geldt onder andere voor:

  • Ouderschapsverlof
  • Zwangerschapsverlof
  • Aanvullend geboorteverlof
  • Pleegzorgverlof
  • Adoptieverlof

Tijdens deze verlofperiodes blijft de 30%-regeling van kracht, zolang de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst en het salaris voorafgaand aan het verlof aan de salariseis voldeden. Dit betekent dat de regeling wordt toegepast op basis van het salaris dat hoort bij de contractuele arbeidsduur, niet op het verlaagde loon tijdens het verlof.

De 30% regeling pakt dus anders uit bij verlof en parttime werken. Wij adviseren werkgevers en werknemers bij een overstap naar parttime werken of verlof rekening te houden met de voorwaarden, zodat het belastingvoordeel niet onbedoeld vervalt.