Het is belangrijk om te weten tot welk moment de 30%-regeling nog verwerkt mag worden in de salarisadministratie. De 30%-regeling mag alleen toegepast worden over het brutoloon dat is uitbetaald tijdens de geldige looptijd van de 30%-beschikking. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk kan dit voor verwarring zorgen — vooral als het dienstverband of de beschikking afloopt ergens midden in de maand.
Belangrijkuitgangspunt: datum van uitbetaling
De regel is duidelijk: je mag de 30%-regeling uitsluitend toepassen als er op het moment van salarisuitbetaling een geldige beschikking is. Dat betekent dat niet alleen de periode van gewerkte dagen telt, maar vooral de datum waarop het loon wordt uitbetaald. Stopt de beschikking vóór de betaaldatum in diezelfde maand, dan vervalt het recht op toepassing van de regeling.
Twee praktijkvoorbeelden:
- Beschikking eindigt op 13 maart, loon uitbetaald op 23 maart:
De 30%-regeling mag dan niet worden toegepast. Er is op het moment van uitbetalen namelijk geen geldige beschikking meer. Ook al heeft de werknemer een deel van maart gewerkt, het volledige loon valt buiten de regeling. - Beschikking eindigt op 25 maart, loon uitbetaald op 23 maart:
De regeling mag dan wel toegepast worden. Er is immers op de betaaldatum nog een geldige beschikking. Je mag de regeling dan toepassen over het loon tot en met 23 maart.
Verantwoordelijkheid bij werkgever
Als werkgever draag je de verantwoordelijkheid om te controleren of de beschikking nog geldig is op de uitbetalingsdatum. Stem daarom intern goed af met de salarisadministratie. Zo voorkom je onjuiste toepassing van de regeling én mogelijke correcties achteraf.
Daarnaast is het verstandig om tijdig actie te ondernemen als een beschikking bijna verloopt. Denk aan het plannen van de laatste loonuitbetaling binnen de looptijd, zodat je optimaal gebruikmaakt van de regeling.
